Verklaring van de materiële verschillen tussen gerealiseerde en geraamde ontvangsten en uitgaven

Verklaring materiële verschillen gerealiseerde en gebudgetteerde ontvangsten en uitgaven

Terug naar navigatie - Verklaring materiële verschillen gerealiseerde en gebudgetteerde ontvangsten en uitgaven

De financieel directeur geeft toelichting bij de belangrijkste verschillen tussen het budget en de rekening.

Het overschot op exploitatie is groter dan verwacht, nl. 5.814.367 euro ofwel 97% hoger dan het meerjarenplan. Dit is te danken aan lagere exploitatie uitgaven (-6,8%) en aan hogere exploitatie ontvangsten (+1,5%).

De lagere exploitatie uitgaven dan voorzien zijn vnl. te danken aan lagere werkingskosten van -1.271.545 euro (-12,7%) en lagere uitbetaalde toelagen -681.949 euro(-13,0%).

De hoger dan geraamde ontvangsten zijn vnl. te danken aan hogere operationele ontvangsten van +252.721 euro (+7,5%) en terugvorderingen personeelskosten (Andere) van +213.270 euro (+8,7%). 

Het overschot op exploitatie is ook hoger dan vorig jaar, nl. +46%. Dit  door  een stijging met 5,9% van de totale exploitatie ontvangsten. Financiële ontvangsten zijn gedaald met 31% door lagere dividenden van Imewo (-272.805 euro t.o.v. 2021). De subsidie ontvangsten daarentegen,  zijn gestegen met 7,6% voornamelijk door een stijging in het gemeentefonds (+9%) en de subsidies van de POD inzake steun van het OCMW (+24%).

De exploitatie uitgaven zijn lichtjes gestegen met 0,8% t.o.v. vorig jaar. De toegekende werkingstoelagen zijn met 20% gedaald t.o.v. vorig jaar vnl.  vanwege een lagere toelage aan de politie, dit omdat ikv de fusie in 2024 de overschotten werden terugbetaald aan de gemeente.  De prijssubsidies aan het AGB waren 15% lager in 2022 in vergelijking met het jaar ervoor. Daartegenover staan wel een stijging van werkingskosten (+10,5%), van de uitbetalingen individuele steun (+20%) en van personeelskosten (+2,2%) t.o.v. vorig jaar.

Het investeringssaldo is hoger dan voorzien (23,5%) door minder uitgaven. Er werd voor  2.996.127 euro aan niet-aangewende uitgave investeringskredieten en voor 770.896 euro nog te ontvangen investeringssubsidies overgedragen naar volgend boekjaar. Verderop in de toelichting wordt het detail van het investeringsbudget weergegeven.

Het resultaat uit financiering is 25.385 euro lager dan gebudgetteerd. Dit komt door de toegestane lening van 50.000 euro aan het AGB die niet was voorzien. De ontvangsten waren evenwel hoger vanwege een hoger dan verwachte opname van leasingschuld t.a.v. Fluvius m.b.t. verledding openbare verlichting . Als Fluvius nieuwe ledverlichting plaatst op het openbaar domein, dan stijgen de investeringen en worden die gefinancierd met een leasing. De verLEDdingsgraad is gestegen van 31,29% in 2021 naar 33,70% per 31/12/2022.

Sinds de wetgeving BBC2020 wordt er niet meer gesproken van bestemde gelden, maar wel over onbeschikbare gelden. In 2022 werden er geen onbeschikbare gelden voorzien.

 

De autofinancieringsmarge is beter dan verwacht, nl. +2.866.296 euro ofwel 223,8% beter dan het budget, dankzij een groter exploitatiesaldo (+97,4%). De autofinancieringsmarge is ook gestegen in vgl. met vorig boekjaar, nl. +81%, dit door een hoger exploitatiesaldo (+46%) en lagere aflossingen van leningen. Er werden geen nieuwe bankleningen opgenomen.

Een positieve autofinancieringsmarge betekent dat er van het exploitatiesaldo, na het vereffenen van de leningslasten, nog middelen overblijven om een deel van de investeringsuitgaven rechtstreeks te financieren.

Hieronder kan in de grafieken de evoluties van het budgettair resultaat per boekjaar en de autofinancieringsmarge per boekjaar teruggevonden worden.

Exploitatie uitgaven

Terug naar navigatie - Exploitatie uitgaven

De exploitatie uitgaven zijn 6,8% ofwel 2.308.568 lager dan gebudgetteerd. Dit komt vnl. door lagere werkingskosten t.b.v. -1.271.545 euro (-12,7%) en lagere toegekende werkingstoelagen t.b.v. 681.949 (-13,0%), maar ook de personeelskosten waren uiteindelijk lager dan verwacht t.b.v. -219.021 euro (-1,3%). Uitbetaalde steun aan OCMW cliënten was ook lager dan budget -132.595 (-6,5%). 

Financiële kosten waren ongeveer gelijk aan de raming.

 

Personeelskosten

De spilindex werd viermaal overschreden in 2022. Een eerste stijging van de wedden van het overheidspersoneel van 2% kwam in februari door de overschrijding van de spilindex in december 2021. Vervolgens zijn de wedden telkens met 2% gestegen in april, juni, september en december.  Deze indexeringen werden wel meegenomen in het budget.

De personeelskosten zijn uiteindelijk lager dan het budget, nl. -1,3% ofwel -219.021 euro. Dit is te verklaren door het later dan verwacht invullen van vacante functies.

De vastbenoemden gedetacheerd aan het zorgbedrijf zitten vervat in bovenstaande cijfers, voor een totaalbedrag van 2.314.970 euro. Deze kosten worden grotendeels gerecupereerd (2.305.209 euro). Het verschil is te wijten aan langdurig zieken die niet worden doorgerekend. Als een personeelslid meer dan 2 maanden afwezig is, dan komt dit ten laste van het OCMW.

Bij de contractuelen worden ook de kosten van ter beschikking gestelde personeelsleden ingerekend.

De personeelskosten zijn gestegen in vergelijking met vorig boekjaar (+2,2%) ook al is het totaal aantal uitbetaalde VTE (voltijdse equivalenten) gedaald met 10,8 VTE. Dit is vooral te wijten aan de loonindexeringen en de responsabiliseringsbijdrage. De stijging in vergelijking met 2021 in de algemeen personeelskosten heeft te maken met de stijging van de responsabiliseringsbijdrage, nl. van  192.093 euro  naar 341.320 euro.

De subsidies voor personeelsuitgaven bevatten de sociale maribel (is een korting op de RSZ patronale bijdrage), de regularisatie premie voor de GESCO'S, subsidies VIA voor het personeel (verhoging koopkracht, kwaliteitssubsidies socioculturele sector), de subsidies voor de lonen van gesubsidieerde leraren van KUMA en alle subsidies gelinkt aan activering. 

 

Werkingskosten

De energiekosten zijn uiteindelijk lager dan gebudgetteerd (-327.245 euro), maar wel 74% hoger dan vorig jaar. We hebben ons bij de opmaak van het budget steeds gebaseerd op de maandelijkse ramingen van de VEB (Vlaams energiebedrijf) maar de betaalde voorschotten zijn dus lager dan verwacht. Echter, omdat er nog weinig digitale meters in gebruik zijn, verwachten we hier mogelijks nog een afrekening van in 2023. Deze afrekening hebben we nog niet ontvangen op het moment van opmaak van de jaarrekening.

De kosten eigen aan de diensten zijn 15% lager dan verwacht. Deze kosten omvatten benodigdheden voor activiteiten, collecties bib, afvalverwerking, technisch materiaal en onderhoud van machines specifiek voor een dienst, aankopen didactisch materiaal. Een groot overschot op budget zit hier bij benodigdheden voor activiteiten, nl. 118.428 lager dan budget. Dit komt met name door lagere uitgaven voor activiteiten van sport (activiteiten, zaalgebruik MEOS, sport@Sint-Anna), lagere uitgaven activiteiten van cultuur (Makersfestival, andere projecten), lagere uitgaven bij lokale economie waar minder projecten zijn doorgegaan en ook bij het sociaal huis waar bijvoorbeeld voor drugspreventie veel minder is uitgegeven dan gepland.  De kost voor afvalverwerking was ook 35.000 euro lager dan gebudgetteerd en ook 8% lager dan vorig jaar.

Administratieve kosten waren 195.464 euro onder budget, dat is een verschil van 26%. Het grote verschil hier komt door de boete t.b.v. 140.000 euro die voorzien was voor een mogelijke regularisering btw-regeling voor de bouw van de K-Ba.  Er is een onderzoek lopende om te kijken hoe de verhuur van de zaal K-ba aantrekkelijker kan gemaakt worden. Verder waren de kosten voor bedeling van Vrij Maldegem ook 29.864 euro lager dan gebudgetteerd.

Erelonen zijn 187.585 euro lager dan verwacht (-8,4%). Consultants op de diensten milieu, omgeving en AD/kabinet hebben minder uren gepresteerd dan verwacht wat gezorgd heeft voor een overschot op dat budget van 113.635 euro. Verder zijn de voorziene prestaties rond het PFAS-onderzoek op de brandweersite maar deels uitgevoerd in 2022 en zal een deel van de erelonen pas in 2023 gefactureerd worden.

De kosten openbaar domein zijn 21% lager dan verwacht. Dit komt grotendeels door de opdracht snoeien straatbomen die uiteindelijk pas in november 2022 gegund is, maar ook op de winterdienst is er een overschot van 25.619 euro door het zachte weer. 

 

Toelagen

Het totaalbedrag van de toegekende toelagen is lager dan geraamd (-681.949 euro), vnl. door de lagere dotatie aan de politiezone (-842.344 euro). Dit omdat ikv de fusie in 2024 de overschotten werden terugbetaald aan de gemeente. Ook de werkingsbijdrage aan IVM was lager dan budget vanwege een afrekening van het saldo van 2021, dat jaar was er dus teveel aan voorschotten betaald. 

De toelage in de gewone dienst (exploitatie) van de Politiezone Maldegem was in 2022 uiteindelijk maar 49,08 euro per inwoner. In 2021 was dat 80,61 euro per inwoner. Voor het Vlaams gewest was dit 160,44 per inwoner in dat jaar. In onderstaande kaart kan men de kost/inwoner voor politie in 2021 per gemeente lezen. Waarbij hoe lichter de kleur van de gemeente, hoe lager de kost per inwoner.

 

De toelage in de gewone dienst (exploitatie) van de Hulpverleningszone Meetjesland was in 2022 20,51 euro/inwoner. In 2021 was dit nog 28,09 euro per inwoner. Voor het Vlaams gewest was dit 51,96 euro per inwoner dat jaar. In onderstaande kaart kan men de kost/inwoner voor hulpverleningszones in 2021 per gemeente lezen. Waarbij hoe lichter de kleur van de gemeente, hoe lager de kost per inwoner.

 

De werkingstoelage aan het Zorgbedrijf is hoger dan geraamd. Op het moment van de opmaak van de jaarrekening was de prognose 1.204.756 euro. Ondertussen wed het definitief resultaat gecommuniceerd nl. 1.180.238 euro. Dit is  211.765 euro hoger dan wat er voorzien was in het meerjarenplan. Dit heeft vooral te maken met stijgende personeelskosten.

De betaalde prijssubsidies aan AGB Maldegem zijn hoger doordat de ontvangsten uit derden (meer bezoekers van het zwembad) hoger waren dan verwacht.

Een detailoverzicht van de uitbetaalde toelagen per beleidsitem kan teruggevonden worden in het onderdeel 'documentatie'.

 

Steun cliënten OCMW

De uitbetaalde steun is 127.422 euro lager dan gebudgetteerd (-6,3%). De gesubsidieerde steun bestaat vnl. uit steun aan erkende vreemdelingen en aan Oekraïense vluchtelingen, tussenkomst energiekosten, steun aan vreemden in het lokaal opvang initiatief. Met name in het LOI was er een overschot op budget (86.243 euro) vanwege een lagere bezetting. Ook het leefloon uitbetaald aan Oekraïense vluchtelingen was lager dan verwacht, nl. -96.251 euro.

Exploitatie ontvangsten

Terug naar navigatie - Exploitatie ontvangsten

De exploitatieontvangsten zijn 1,5% hoger dan gebudgetteerd. Dit is vooral te danken aan hogere operationele ontvangsten (+7,5%) en andere operationele ontvangsten die voornamelijk bestaan uit terugvorderingen van personeelskosten (+9,1%)

 

Operationele ontvangsten

In de operationele ontvangsten is het, naast de terugvordering personeel,  de bijdrage op transport afval- en regenwater (BOT) die veel hoger uitvalt, nl. +172.737 euro boven budget (+13%). Maar ook de ontvangsten vanuit de M-bon zijn met +29.444 euro (+27%) hoger dan verwacht. Verder waren er ook meer facturaties inzake stedenbouwkundige inlichtingen, wat zorgde voor een positief resultaat van +24.817 euro (+20%) t.o.v. geraamde ontvangsten. 

 

Subsidie ontvangsten

Binnen de exploitatie ontvangsten zijn er wel lagere subsidie ontvangsten dan verwacht, nl. -140.164 euro. De grootste verschillen zijn te wijten aan de federale subsidies voor equivalent leefloon voor de opgevangen Oekraïners en ook de toelage van Fedasil voor LOI, dit door een lagere bezetting dan verwacht.

Het gemeentefonds voor 2022 is hoger dan geraamd, nl. +32.222 euro. De verdeling van het Gemeentefonds gebeurt aan de hand van verscheidene maatstaven die opvraagbaar zijn voor de gemeenten maar die op korte termijn door de eigen beleidsbeslissingen niet beïnvloedbaar zijn. Ze zijn goed voor een vast percentage van het fonds en kunnen in vijf clusters worden opgedeeld, opgedeeld in een voorafname en vier andere criteria:

  • bijzondere financiering van de centrum- en kustgemeenten (40,8%)
  • andere criteria:
    • centrumfunctie (8%)
    • fiscale draagkracht (30,2%)
    • open ruimten (6%)
    • sociale maatstaven (15%): aantal leefloners, werkzoekenden, geboorten en sociale huurappartementen

Deze berekening kan teruggevonden worden https://www.vvsg.be/bestuur/financien/gemeentefonds
Vanaf 2016 werden de sectorale subsidies geïntegreerd in het gemeentefonds, dit voor een bedrag van 361.630 euro per jaar dat niet verder geïndexeerd zal worden. In de cijfers werden de sectorale subsidies ook geïntegreerd in het gemeentefonds waardoor het eenvoudiger is om te vergelijken.

 

Fiscale ontvangsten

Terug naar navigatie - Fiscale ontvangsten

De fiscale ontvangsten zijn iets hoger dan verwacht, nl. +94.218 euro of een verschil van +0,6%. Enerzijds zijn er lagere opbrengsten uit de aanvullende personenbelasting (-41.436) maar anderzijds hogere opbrengsten uit de opcentiemen op de onroerende voorheffing (+101.543 euro) en belasting op leegstaande panden (+41.499 euro).

Investeringen

Terug naar navigatie - Investeringen

De niet-aangewende kredieten die het college heeft overgedragen naar 2023 werden in de onderstaande tabel uit de cijfers van het budget gehaald. De niet-aangewende investeringskredieten voor de uitgaven (2.996.127 euro) van de lopende investeringsprojecten werden overgedragen naar 2023. Het betreft vooral kredieten voorzien voor rioleringsprojecten, erelonen nieuwe projecten, investeringssubsidies en investeringen in gebouwen. De niet-aangewende investeringskredieten voor de ontvangsten ( 770.896 euro) van lopende investeringsprojecten werden overgedragen naar 2023. Dit betreft te ontvangen subsidies voor een SPAM rioleringsproject.

De ontvangsten in investeringen zijn hoger dan geraamd, nl. +19.349 euro. Dit is vanwege de verkoop van niet meer gebruikte materiele vaste activa zoals voertuigen, containers, meubilair, etc. die niet opgenomen waren in het budget.

Het detail van alle investeringen kan teruggevonden worden in de documentatie verder in dit document.

 

Tussenkomst van de gemeente in het resultaat van het OCMW

Terug naar navigatie - Tussenkomst van de gemeente in het resultaat van het OCMW

Er werd een tussenkomst in het resultaat van het OCMW betaald t.b.v. 4.592.079,25 euro vanuit de gemeente. Dit om liquiditeitstekorten in het OCMW te voorkomen in 2022. Tijdens het jaar worden de betalingen geboekt als vooruitbetalingen. Per 31/12/2022 werden alle bedragen betaald sinds 1/01/2022 overgeboekt als een tussenkomst in het verlies van het OCMW.