De opvolgrapportering aan de raad vergelijkt het gerealiseerde beleid van het lopende jaar met het geplande. Het geeft aan de raadsleden de mogelijkheid om op te volgen hoe ver het staat met de uitvoering van beleidsdoelstellingen, actieplannen en acties die in het meerjarenplan zijn opgenomen. De rapportering is in de eerste plaats gericht op de opvolging van de prioritaire beleidsdoelstellingen door te focussen op de uitvoering en de stand van zaken van de prioritaire acties uit het meerjarenplan.
Deze rapportering is niet specifiek gericht op de bewaking van de kredieten, maar laat de raadsleden wel toe om ook de evolutie van de uitgaven en ontvangsten van het lopende jaar op te volgen. De raadsleden kunnen de gerealiseerde bedragen vergelijken met de ramingen in het meerjarenplan en de benutting van de kredieten opvolgen.
Elk jaar moet er ten laatste in september een opvolgingsrapportering ter beschikking zijn. Deze bevat minstens de volgende elementen:
- een stand van zaken van de prioritaire acties van het meerjarenplan;
- een overzicht van de geraamde en de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven voor het lopende jaar;
- in voorkomend geval, de wijzigingen in de assumpties die gekozen werden bij de opmaak van het meerjarenplan of de aanpassing ervan;
- in voorkomend geval, de wijzigingen in de financiële risico’s.
De cijfers in de beleidsevaluatie bij de acties zijn de real-time cijfers op moment van publicatie van dit rapport. De wettelijk vastgestelde schema's in de financiële nota zijn de cijfers tot en met kwartaal 2 van 2023.