Grondslagen en assumpties

Grondslagen en assumpties

Terug naar navigatie - Grondslagen en assumpties

Dit deel bevat een beschrijving van de grondslagen en assumpties die gehanteerd werden voor de opmaak van het meerjarenplan. Het volgende onderdeel verklaart dan de grootste wijziging in vergelijking met het vorig meerjarenplan.

Het financiële evenwicht
De vereisten voor het financieel evenwicht van het meerjarenplan en de aanpassingen 2020-2025 zijn de volgende:

  • geraamde beschikbaar budgettair resultaat voor alle jaren is groter dan of gelijk aan nul
  • de autofinancieringsmarge is een criterium voor de beoordeling van het structureel evenwicht. Ze moet in principe steeds over een langere termijn beoordeeld worden. Deze moet in het laatste jaar van het meerjarenplan, dus 2025, positief zijn. 


Het financieel evenwicht moet bovendien aangetoond worden door de verwerking van de resultaten van de jaarrekeningen van 2021 van de beide besturen. De resultaten van alle entiteiten werden verwerkt en het financieel evenwicht werd beoordeeld voor gemeente, OCMW en AGB samen. Dit noemt men een geconsolideerd evenwicht.

De financiële impact COVID-19
Voor alle entiteiten is de geraamde impact van de COVID-19 pandemie  in 2020 - 2022 de volgende:

Er werd geen rekening gehouden met de stromen tussen AGB en de gemeente.

De impact voor de gemeente en OCMW is de volgende:

Er werden extra werkingsubsidies betaald aan AGB Maldegem: 2020 tbv 393.199 euro en in 2021 102.426 euro, om het verlies te compenseren.

De financiële impact voor het AGB Maldegem is dan:

Er wordt veel ingezet op klimaat via het Lokaal Energie en klimaat pact:

Hierna volgt een oplijsting van de grondslagen en assumpties per budgetonderdeel. 

Exploitatie uitgaven 

De exploitatie uitgaven bestaan uit: 

  • De werkingskosten bevatten alle kosten nodig voor de werking van de diensten. De budgetverantwoordelijken hebben elk krediet aangeleverd en gemotiveerd. Voor sommige kosten werd er over de jaren heen een index toegepast op basis van vooruitzichten van het planbureau, zoals voor ICT lopende contracten. 
    De energiekosten werden opgenomen voor 2022 -2023 op basis van de ramingen van de VEB, maar verlaagd met een inschatting van de impact van de maatregelen die genomen worden om het energieverbruik te doen dalen: doven openbare verlichting, verlagen temperatuur in gebouwen, versnelde investeringen in isolatie gebouwen, zonnepanelen, verledden verlichting, sensibiliseringsacties,..


    Specifieke kosten sociale dienst betreffen de uitbetalingen van steun aan de cliënten. Daar werd ook rekening gehouden met de verwachte loonindexeringen voor het berekenen van de leeflonen.
    Er wordt ook een groot budget voorzien voor de vluchtelingen van Oekraïnie. De uitgaven inzake leefloon en werkingskosten worden hiervoor  geraamd op 425.000 euro. Hiervoor krijgt het OCMW subsidies t.b.v. 554.159 euro. Met het overschot kunnen de extra personeelskosten betaald worden. Ook in 2023 wordt er extra budget voorzien.

De school de Kruipuit werd overgedragen aan GO! koepel. De kinderopvang van de gemeente werd per 1 april 2021 overgedragen aan een privé partner, nl. duinhuisjes. Aangezien er 3 statutaire personeelsleden zijn, werden die voorzien als een detachering.

Personeelskosten

Een nieuw personeelskader werd goedgekeurd door het College. 

Onderstaande tabel toont de evolutie van de bruto uitbetaalde medewerkers in voltijds equivalenten.

Zoals eerder aangegeven in het onderdeel risico's, werden de lonen reeds 4 keer geïndexeerd in 2022. Volgend jaar worden er reeds 3 indexeringen voorspelt door het federaal planbureau. In 2024 en 2025 wordt er rekening gehouden met telkens 1 indexering in januari.

De verhoogde pensioenbijdragen op de lonen van de vastbenoemden werd in rekening gebracht. De geraamde responsabiliseringsbijdragen van oktober 2022 werden opgenomen in het meerjarenplan, alsook de aangekondigde financiering van 50% door de Vlaamse regering en werden  opgenomen. Deze laatste raming dateert van 2021, waardoor de compensatie niet meer 50% is.

De impact van het sectoraal akkoord 2021 wordt jaarlijks opgenomen (+/- 90.000 euro/jaar)

  • verhoging maaltijdcheques naar 8 euro
  • verhoging koopkracht met 200 euro per jaar via eco cheques

 

Werkingsbijdragen
De afgesproken werkingsbijdragen werden opgenomen in het meerjarenplan. 

De toelagen aan het zorgbedrijf, IVM, kerkfabrieken en de prijssubsidies aan het AG Maldegem sluiten aan met hun meerjarenplannen.

De toelage aan de politiezone Maldegem voor 2023 werd uitzonderlijk lager ingeschreven dan deze in de begroting van de politiezone, nl. 500.000 euro minder. Op het moment dat de begroting werd voorgelegd aan de gemeenteraad, waren de nieuwe federale dotatie voor 2022 en 2023 nog niet gekend, maar wel aangekondigd door minister dat er een indexering zou plaatsvinden voor de dotaties van 2022. Daarnaast moet volgens het toezicht het volledig kader van personeel worden ingeschreven in de begroting, terwijl historisch gezien dit nooit realistisch is. Na veel contact met collega financieel directeurs, bijzonder rekenplichtigen en het toezicht zelf, is er beslist om voor de eerste keer een lagere dotatie in te schrijven, dan deze ingeschreven in de begroting van de zone. Na informeel overleg met toezicht wordt dit gedogen. Er zal wel een opmerking komen van het toezicht hierover, maar zolang het dotatiebesluit overeenkomt met de begroting van de politiezone zal de begroting niet worden afgekeurd. Voor de jaren 2024 en 2025 werden de dotaties aangesloten met deze vermeld in protocol inzake de fusie van de zones Aalter en Maldegem.

De toelage aan de hulpverleningszone Meetjesland werd verlaagd voor de jaren 2024-2025 met telkens 120.000 euro, dit op basis van een gemiddelde van de historische overschotten op de begroting. 

In de loop van de legislatuur wordt er jaarlijks nog steeds een bedrag van meer dan 0,4 miljoen euro voorbehouden aan andere toelagen voor verenigingen en inwoners. Het bestuur wil onder meer op die manier er naar streven dat Maldegem een aangename gemeente blijft om in te wonen. 


Leningen en intresten

De financiële kosten bevatten de intresten volgens de budgettaire vooruitzichten van de bestaande leningen en bevat ook deze van de nieuwe leningen. De nieuwe leningen hebben een duurtijd van 25 jaar en een intrestvoet tussen 3%-3,8%. Vanaf 2023 worden er nieuwe bankleningen opgenomen, voor een totaalbedrag van 30 miljoen euro, waardoor de openstaande schuld voor de gemeente en OCMW samen stijgen van 14,9 miljoen euro begin 2020 naar 35,8 miljoen eind 2025. Er wordt wel voor 32 miljoen netto geïnvesteerd in de gemeenten en het OCMW. Daarnaast worden er toegestane leningen aan het AGB Maldegem toegekend voor investeringen in het AGB t.b.v. 4 miljoen euro. Onderstaande tabel geeft de evolutie weer van de bankleningen.

Ontvangsten uit exploitatie 

De exploitatie ontvangsten bestaan uit de volgende categorieën:

Belastingen

Het overzicht van de belastingen kan teruggevonden worden in de documentatie.
Alle reglementen werden vernieuwd deze legislatuur, inhoudelijk grotendeels gelijk met voorgaande legislatuur.
Er werd ook gekozen om, indien mogelijk, de administratieve last voor de burger en de gemeentelijk dienst te verlichten. 

Bepaalde belastingreglementen werden niet ingekohierd in 2020 en 2021, ingevolge de corona crisis, na goedkeuring van de gemeenteraad:

  • Belasting op terrassen werd vrijgesteld: impact -10.000 euro per jaar
  • Belasting op plaatsrecht markten werd overmacht ingeroepen voor periode dat er een verbod was: impact -7.500 euro in 2020.
  • Belasting op nachtwinkels werd gehalveerd omwille van restricties in openingsuren: impact -1.500 euro per jaar
  • Belasting op taxi’s zal voorgelegd worden aan de gemeenteraad: mogelijk impact -2.250 euro per jaar

De belasting op economische bedrijvigheid aanslagjaar 2016 en 2017 werd door de gemeenteraad in oktober 2020 ingetrokken. In de meerjarenplanaanpassing werd deze negatieve impact op de ontvangsten t.b.v. 805.450 euro opgenomen. De aanvullende belasting op de personenbelasting (6,9%) en de opcentiemen op de onroerende voorheffing (1039) worden gelijk gehouden.

De opcentiemen op de onroerende voorheffing werden opgenomen op basis van de raming van oktober 2022 van Vlaamse belastingdienst voor  2023.  De raming voor 2022 dateert van juni. Op basis van de vooruitzichten van het planbureau inzake de evolutie van de consumptie index werden eigen ramingen berekend en opgenomen in het meerjarenplan. De indexatiecoëfficiënt, voor het berekenen van het geïndexeerd kadastraal inkomen, wordt jaarlijks berekend door het gemiddelde van de indexcijfers (van de consumptieprijzen) van het jaar dat het aanslagjaar voorafgaat, te delen door het gemiddelde van de indexcijfers van de jaren 1988 en 1989. De afronding gebeurt op vier cijfers na de komma.

De bedragen opgenomen in het meerjarenplan voor de aanvullende belasting op de personenbelasting  stemmen overeen met de ramingen ontvangen van de Vlaamse belastingdienst en de federale overheidsdienst juni 2022 voor de jaren 2022-2025.  Eind oktober kregen we een aangepaste raming door voor 2022 en 2023. Deze van 2023 is veel hoger doordat er een rechtzetting is gebeurd: " Ingevolge de aanpassing van de federale boekhouding en teneinde de boekhoudwet van 22 mei 2003 toe te passen, zullen alle steden en gemeenten 14 maanden in plaats van 12 maanden aan ontvangsten innen gedurende het jaar 2023. De volgende jaren zullen alle steden en gemeenten opnieuw 12 maanden aan ontvangsten innen. Het gaat dus om een eenmalige operatie. Dit verklaart grotendeels de belangrijke stijging van de geschatte inkomsten voor 2023."
 De impact van de taxshift en de covid-19 crisis zijn volgens het FOD meegenomen. 

De ontvangsten worden ook sterk bepaald door het ritme van inkohiering van de FOD.

Retributies
Voor de retributies past het bestuur indexeringen toe op bestaande retributies. Het bestuur wil hier de kost, die het zelf moet maken, voor een stuk doorrekenen aan de gebruiker van de dienstverlening. Dit is het geval voor notarisinlichtingen, hydraulische adviezen, toegang containerpark, snoeien van overhangende takken van bomen, plaatsen van kelders, …

Subsidieontvangsten
De belangrijkste subsidieontvangsten van de Vlaamse overheid zijn de volgende:

Het gemeentefonds groeit elk jaar met 3,5%. De cijfers in het meerjarenplan zijn gebaseerd op de gepubliceerde bedragen op de website van het Agentschap binnenlands bestuur.
De nieuwe Vlaamse Regering heeft aangekondigd dat de gemeente vanaf 2020 recht heeft op een ruimtefonds. De regularisatiepremie gesco’s is geplafonneerd op 1.320.330 euro voor de gemeente, en op 257.386 euro voor het OCMW. Deze bedragen worden ook niet geïndexeerd. 

Vorige maand kondigde de Vlaamse overheid extra middelen voor de lokale besturen:

  • Middelen ter compensatie van de stijgende kosten (inflatie)
  • Verhoogde subsidies voor Lokaal energie en klimaat plan (LEKP 1.0 en 2.0)
  • Subsidies voor OCMW's voor extra personeel voor het ondersteunen van cliënten bij energievragen.

Ontvangsten uit financieel vast actief
De ontvangsten uit het financieel vast actief zijn geraamd op 0,9 miljoen euro in 2021 en dalen naar 2025 tot 0,4 miljoen euro euro. De Vlaamse Overheid compenseert een deel van dit verlies. Het gaat voornamelijk om dividenden uit elektriciteit en gas. Deze dalen t.o.v. het verleden omwille van

  • De door de VREG opgelegde wijziging in de tariefmethodologie:
    • de VREG verlaagt de gewogen gemiddelde kapitaalkostenvergoeding van 4,80% naar 3,50% en past deze vergoeding bovendien niet langer toe op het volledige gereguleerde actief
    • de VREG legt hogere synergiebesparingen op aan de Fluvius-groep dan voorzien in de interne, onderbouwde planning. Daar bovenop worden nog eens jaarlijkse productiviteitsverbeteringen opgelegd;
    • de door de VREG gehanteerde trendmethodologie houdt geen rekening met een snelle stijging van de kosten door de snelle uitrol van digitale meters, waardoor een discrepantie ontstaat tussen de gemaakte kosten en het door de regulator toegelaten inkomen. Dit verschil zou kunnen worden opgevangen door het toekennen van voorschotten. In concreto werd voor 2021 reeds een voorschot toegekend door de VREG, maar nog niet voor de daarop volgende jaren.
  • de gemeente heeft de openbare verlichting overgedragen aan Fluvius. Fluvius zal de investering voor de volledige ‘verledding’ tegen 2030 van het OV park op zich nemen. De gemeente draagt bij op basis van de afschrijvingen van de gemaakte investeringen, die in mindering worden gebracht van het te betalen dividend.

Dit heeft een grote impact op de inkomsten uit dividenden uit IMEWO:

Investeringen

Investeringsprojecten gelinkt aan prioritaire acties kunnen teruggevonden worden in het T3 schema. 

De gemeente en het OCMW zullen voor 66 miljoen euro investeren in deze legislatuur, en zullen 11,4 miljoen subsidies ontvangen, die voornamelijk gelinkt zijn aan rioleringsprojecten, en 5,6 miljoen uit verkopen vast actief. en 0,3 miljoen via kapitaalvermindering in Fluvius 'licht als een dienst'.
Volgende verkopen werden opgenomen in de meerjarenplanaanpassing:

  • Woningen Bloemestraat 42-43 in 2023: 0,3 miljoen euro
  • Politiegebouw in 2025: 1,6 miljoen euro
  • Loods recyclagepark in 2024: 0,3 miljoen euro
  • LOI gebouwen a.d. rijkswacht in 2024 :0,9 miljoen euro
  • gronden VK Adegem in 2024: 1,3 miljoen euro
  • Perceel Kleitkalseide in 2025: 0,2 miljoen euro

De niet gebruikte investeringskredieten van het jaar kunnen overgedragen worden naar volgend boekjaar door het college. 

In de documentatie kunnen alle investeringen teruggevonden worden en dit per jaar.